woensdag 25 april 2012

even bijbenen

Sinds La Serena hebben we weer heel wat kilometers achter de rug. We reden door het meest droge deel van Chili, 400 jaar zonder regen.
De wegen zijn goed aangelegd, de mijnindustrie draait hier immers op volle toeren. We Maken hier ook kennis met "ripio negro" aangedamde aarde met een laagje asfalt erover, rijdt geweldig maar wel oppassen voor de pothols.
We zitten nu ook op de Dakar-route en slapen verschillende keren op hun kampplaatsen.
Via Antofagasta en Calama rijden we nog steeds door dorre stenenwoestijn naar San Pedro de Atacama. Vlqk bij de Boliviaanse grens. Hier botsen we bijna letterlijk terug op Christa en Mathias ( zie Mendosa) en we besluiten samen bolivie binnen te rijden. Een wijze beslissing, zo blijkt acheteraf.
We gaan de Altiplano op via de grensovergang op 5040 meter. De formaliteiten nemen veel tijd in beslag. de douanen krijgen hier niet zo veel volk over de vloer, dus het is wat zoeken voor ze alles in orde hebben. Ondertussen begint het ons alle 4 te duizelen in het hoofd en krijgen we blauwe lippen, de eerste tekenen van  hoogte ziekte. door het getruezel bij de grenspost valt de nacht lang voor we aan de kampplaats zijn. we rijden nog een uur in het donker, maar wanneer de eerste motor tegen de grond gaat vanwege de moeilijke wegconditiesm besluiten we naast de weg te kamperen. Nog steeds op 4700 meter kruipen we met 4 in 1 tent, dat zal ons warmer houden tijdens de nacht. De volgende ochtend worden we aan Laguna Colorado wakker, tussen de flamingo´s. Machtig gewoon. we kopen nog extra benzine bij de jeeps die de toeristen over de Alti plano bergen en gaan weer op pad.
De dagen die volgen krijgen we alle mogelijk wegcondities te verwerken. Van simpele ripio, over losse stenen en diep woestijnzand over modder en talloze rivieren zonder brug. Het enige dat we niet zien is asfalt. Welkom in Bolivie.
Na de machtige Altiplano, omringd door vulkanen en bergtoppen boven de 6000 meter, kamperen we op de zoutvlakte van Uyuni. Opnieuw onbeschrijfelijk mooi.
En dan na 4 dagen en 600 km dirt road verschijn eindelijk het eerste asfalt in Bolivie.
Het brengt ons in Chapalata en later in Ouro. Hier beleven we nu een paar heerlijke dagen met onze nieuwe Boliviaanse vrienden.  La Paz en de Camino del muerte wachten op ons.

Enkele feiten.
benzine. voor buitenlanders 9 bolivianos, voor locals 3 bolivianos. zwarte markt 5 bolivianos (0,5 euro). we kopen aan de gewone stations in bidons en kieperen het achter de hoek in onze moto,s
eten: 2 euro voor een dagschotel
slapen 20 euro voor 2 in de betere hotels, met goede parking. kamperen is ongebruikelijk.
cocabladeren gewoon te koop op de markt.

pc nog steeds niet gemaakt en nu doet ook het fototoestel lastig.
De moto´s en wijzelf zijn nog steeds in prima conditie.

Bolivie is prachtig en écht een andere wereld.

dinsdag 17 april 2012

technische problemen

we zullen een paar weken weinig van ons laten horen. Het scherm van de laptop is stuk en we willen niet te veel tijd in internetcafees doorbrengen.  alles loopt nog steeds prima. we rijden morgen naar bolivia.

maandag 9 april 2012

Banden & ander materiaal

Ondertussen is het maandag en staan op beide motoren nieuwe achterbanden, nieuwe voorbanden meegenomen, oliefilter, ketting, voorvorkringen extra!
Gewapend voor weer veel kilometers!

Alles bij Toninomotors in La Serena.

www.toninomotors.cl

Terug naar Chili



Na onze rit langs de Aconcagua hangen we wat rond in Mendoza. We bezoeken de parapente-club, zonder er te kunnen vliegen en hetzelfde doen we bij de skdiveclub. Bij de eerste is geen materiaal te huur en bij de tweede bedanken we vanwege de prijs. 30 euro voor 9000 ft uit een Cessna 182. Dat is het ons niet waard.

In Mendoza ontmoeten we ook zielsverwanten, Mathias en Christina reizen allebij met een F650 GS DAKAR  en volgen ongeveer dezelfde route als wij. We beleven een paar fijne avonden samen vooraleer zij verder trekken. Ongetwijfeld ontmoeten we elkaar nog.

Dan volgen een paar rustige dagen door de wijngaarden van Mendoza en ruw en woest landschap! We willen de Vallé de la Luna bezoeken, bekend om zijn erosie en prachtige steen en rotsformaties. Helaas, de nacht voor ons bezoek barst er een hevig onweer los en de weg naar de mooiste formaties is een modderpoel en dus onbereidbaar. We trekken dus verder.

Via de R40 gaat het iets terug naar het zuiden om dan richting Rodeo te rijden. De weg is hier bedriegelijk goed. Het golft op en neer in mooi asfalt, tot ik Johan zie terugkeren met 4 pinkers op. In een afdaling ligt de weg plots vol modder, stenen en water. Johan is er goed doorgeraakt tegen volle snelheid, maar ik doe het toch maar langzaam aan. Dit soort obstakels is hier normaal na regenvloed, dus zijn we de komende uren extra voorzichting.


Op de splitsing van de R40 en de weg naar Rodeo, krijgen we een invitatie om in Canada te blijven logeren, Vancouver of als we willen een vakatiehuis in Whisller. Mooi aanbod! Peter en Paul zijn 2 gepensioneerde tweelingbroers die net als wij (terug) richting Canada rijden. We kletsen wat langs de kant van de weg en gaan dan ieders onze weg. De uitnodiging houden we warm.

Rodeo is een onoogelijk dorpje zo’n 200 km voor de Chileense grens (ook één van de laatste dorpjes voor de grens). Er is een prachtig meer, midden in het decor van rotsformaties waar flink gesurft en gekite wordt ( het noemt hier dan ook Cuesta del Viento). Er hangt een lekker relax surf-sfeertje.

En dan op naar Paso de Aqua Negra. Meer dan 200 km ripio, naar 4725 meter hoogte. Het weer is prachtig, de temperatuur perfect voor deze rit. Het wordt een beetje “saai”, maar dit is werkelijk niet te beschrijven. Niks dan steen, rots, gletserwater dat naar beneden dendert, stijle afgronden en stilte. De weg is goed onderhouden, maar het blijft oppassen voor onverwachte veranderingen in de ondergrond, hier wil je echt niet onderuitgaan en met gebroken botten liggen wachten op hulp! We picknicken nog boven de 4000 meter, vullen onze camelback met zuiver gletserwater en dan weer verder. Wanneer we even na 7uur s’avonds voorbij de Chileense grenspost rijden, wachten ons een 80 km lange rit over heerlijk asfalt, volledig in de schaduw zodat we niet verblind worden door de zon. Hier kunnen we ons eens laten gaan! En dan, opeens op de ruwe rotsige bergwanden verschijnen de eerst Chileense wijngaarden naast grote cactussen, je begrijpt niet hoe hier iets kan groeien, maar het zijn wel deze druiven die voor de heerlijke Chileense wijnen zorgen.

We vinden net voor het donker een fijne rustige kampplaats mét zwembad en rijden de volgende dag door naar La Serena, een middelgrote stad aan de kust. Hier vieren we onze 100e reisdag, brengen er het paasweekend door en hopen morgen (maandag) nieuwe banden te vinden voor de F 650.  

100 dagen...





zijn we nu onderweg, een mooi moment om “dank u” te zeggen.

Dank u aan onze ouders, omdat ze ons hebben opgevoed zodat wij dit kunnen realiseren.

Dank aan iedereen die ons hielp bij de voorbereiding.

Dank aan alle gastvrije en helpende mensen onderweg, zonder wie deze reis er heel anders zou uitzien. Dank voor een slaapplaats voor de nacht, een lekker diner, een wasmachine,een praatje op de camping, tips van medereizigers, kortom voor alle gastvrijheid.

Dank aan jullie, lezers van deze blog voor de fijne reacties, met veel plezier lezen we ze elke keer weer.